JeuDeBal
Deze oefening doe je best:
Hoe werkt de oefening?
Leren passen met de goede voet voor en nastrekken en wijzen van je pass. Wie komt er het dichts bij?
We leggen als speelveld 2 hoepels klaar.
Op 1 speelveld kunnen 2, 3 of max 4 kinderen werken.
Elk kind krijgt X aantal ballen.
Je kan werken met verschillende ballen (tennisballen, bal nr4, bal nr5)
Kind gaat in hoepel staan en werpt zijn bal naar de andere hoepen. Je probeert de bal in de hoepel stil te laten liggen of zo dicht mogelijk bij de hoepel.
De passen kunnen afgesproken worden.
Onderhands, bovenhands, 2 handen, links of rechts.
Ofwel wie de meeste ballen in de hoepel heeft of wie het dichtst tegen het midden ligt wint het spel.
Differentiatie
- Grotere of kleinere hoepels gebruiken.
- Afstand tussen de 2 hoepels vergroten of verkleinen.
- Manden gebruiken in plaats van hoepels.
- Verschillende soorten van ballen gebruiken.
- Manier van passen aanpassen.
Welke materialen heb je nodig?
- 2 hoepels
- 6 ballen
Oefening is geschikt voor:
Deze oefening zit in deze categoerieën
Info over deze oefening
Oefening ingegeven door Jelle
Oefening laatst aangepast op 05 november 2022