Deze oefening doe je best:
Hoe werkt de oefening?
Van het openverdedigen naar het voorverdedigen toewerken.
Level 1:
De aanvaller loopt op 1 lijn tussen 2 potjes. Op het koord.
De aangeef staat ook aan een potje voor deze lijn.
De aangeef tracht zoveel mogelijk passen te spelen naar de aanvaller.
De verdediger staat open te verdedigen en tracht de pas te voorkomen.
Level 2:
We zetten een potje in het midden voor en achter de lijn. De aanvaller werkt nu in een ruit.
De verdediger moet ten alle tijden voorkomen dat de aanvaller geen bal krijgt op het voorste potje.
De verdediger tracht te voorkomen dat de aanvaller passen krijgt aan de drie andere potjes.
Level 3:
De aanvaller werkt nu in een vierkant.
Verdediger doet er alles aan om voor te zijn en geen passen toe te laten aan de voorkant.
Daarnaast staat die ook open en tracht hij de diepe passen te storen en of te onderscheppen.
Welke materialen heb je nodig?
per drie:
- 5 potjes
- 1 bal
Oefening is geschikt voor:
