De spelers gaan in een kring staan, ze vormen tweetallen, de ene speler achter de andere. Een deelnemer is de tikker en een andere is de loper. Het doel van de tikker is om de loper te tikken, wanneer dit gebeurt worden de rollen omgedraaid en is de huidige loper de tikker.
Als de loper moe is, kan hij of zij voor of achter een tweetal gaan staan. Wie zich dan aan de andere kant van het gevormde drietal bevindt, is een loper geworden, want "drie is te veel".
De tikker kan alleen een "pauze" nemen als hij iemand afgetikt heeft, omdat hij dan een loper is en naast een tweetal kan staan.
Het spel blijft zo doorgaan totdat de spelleider bepaald dat het afgelopen is.
Variaties
- Het spel kan gevarieerd worden door de kinderen bijvoorbeeld in tweetallen op de grond te laten zitten, waardoor het lastiger wordt om plotseling op te staan.