Elk kind legt een doekje op de bovenkant van hun hand (handrug) en duwen zo het doekje in de lucht.
Het kind draait dan zijn hand om en vangt het doekje in zijn handpalm.
Variaties
- Doe dit met links en met rechts.
- Doe dit met meerdere doekjes op je hand.
- Doe ook omgekeerd van handpalm naar handrug.
- Kunnen ze het doekje ook vangen met hun wijsvinger? Of met een andere vinger?
Deze oefening is gekoppeld aan volgende basisvaardigheden:
Deze oefening is gekoppeld aan volgende thema's:
Oefening is het laatst aangepast op: 06 augustus 2021
Oefening is toegevoegd door: Jelle
Oefening is het laatst aangepast op: 06 augustus 2021