Je hebt een doek of handdoek nodig.
Je hebt verschillende ballen of ballonnen nodig.
Hang een doek vast aan een stoel en leg een bal/ballon op het doek. Laat het kind door middel van met het doek te wapperen de bal omhoog en omlaag gaan.
Je kan ook 2 kinderen 1 doek geven en hetzelfde doen.
Variaties
- Starten met een ballon en steeds grotere en zwaardere ballen gebruiken.
- Grootte van het doek aanpassen.
- De bal die je opgooit op die manier in een doel of over een object werpen.
- Samen ballen opvangen met een doek.
- Samen ballen overbrengen op een doek.
Deze oefening is gekoppeld aan volgende basisvaardigheden:
Deze oefening is gekoppeld aan volgende thema's:
Oefening is het laatst aangepast op: 03 augustus 2021
Oefening is toegevoegd door: Jelle
Oefening is het laatst aangepast op: 03 augustus 2021