Ouder of begeleider zit op zijn knieën en kruist zijn armen.
Kind kruist ook zijn armen en gruipt ouder/begeleider bij de handen.
Dan plaatst het kind zijn voeten op de bovenbenen van de ouder/begeleider en laat het zich opgespannen staan.
De ouder of begeleider laat nu het kind hangen en wiebelt wat heen en weer.
In een tweede fase staat de ouder of begeleider rechtop en doen we hetzelfde maar hoger van de grond.
Deze oefening is gekoppeld aan volgende basisvaardigheden:
Deze oefening is gekoppeld aan volgende thema's:
Oefening is het laatst aangepast op: 08 augustus 2021
Oefening is toegevoegd door: Jelle
Oefening is het laatst aangepast op: 08 augustus 2021