Deze oefening doe je best:
Hoe werkt de oefening?
We leggen 4 banden in een vierkant.
In 3 banden staan de aanvallers.
In het midden staat 1 verdediger die de bal tracht te onderscheppen.
Wanneer de bal gepast wordt mag een speler een lege hoepel gaan invullen.
Dit mag enkel door een speler die naast hem of haar een lege hoepel heeft.
Daarna mag er ook door andere spelers weer lege hoepels belopen worden.
Spelers die ballen ontvangen moeten in een hoepel staan.
Terwijl zij de bal rondspelen, probeert de verdediger de bal te onderscheppen.
Wanneer er X aantal onderscheppingen zijn is de oefening klaar.
Je kan ook een korf plaatsen in het vierkant.
Het team speelt dan de bal rond en blijft lege plaatsen invullen tot 1 speler schiet. Dan mogen alle spelers naar binnen lopen om de rebound te pakken. Stimuleer hier dat ze natuurlijk enkel de kansen nemen waarbij de verdediger komt aansluiten en natuurlijk theoretisch de minste kans heeft om de bal te onderscheppen.
Na rebound moet iedereen weer naar zijn hoepels en gaat het rondspelen verder.
Je gaat door tot er X onderscheppingen zijn en je kan de spelers bij een doelpunt belonen door 1 of meerdere onderscheppingen af te trekken.
Variaties
- Gebruik een hoger aantal onderscheppingen om te kunnen winnen.
- Aanvallers winnen bij X aantal doelpunten voordat de verdediger X aantal keer onderschept.
- Je kan de aanvallers verplichten om na X aantal passen te schieten.
- Je kan met 5 of meerdere hoepels werken.
- Je kan ook meerdere spelers in de hoepels zetten.
- Je kan meerdere verdedigers gebruiken.
- Je kan meerdere ballen gebruiken.
Welke materialen heb je nodig?
- per 4
- 1 korf
- 4 banden of hoepels
- 1 bal
- 1 hesje voor de verdediger (om het zichtbaar te maken wat er aan elke paal gebeurt)
Oefening is geschikt voor:
