Je gooit de bal omhoog en roept de naam van een kind.
"De bal is voor ..........."
Alle andere kinderen lopen weg.
Het genoemde kind vangt de bal en roept “stop”.
Nu probeert het kind om een ander kind te raken met de bal.
Als dat lukt, komt iedereen terug samen en mag het geraakte kind opgooien.
Varianten:
- Na het vangen van de bal mag de speler 3 stappen zetten richting een loper.
- Als een speler de bal vangt zonder dat hij op de grond botste, mag hij deze terug opgooien en een andere naam roepen.
- Na het vangen en het zetten van drie stappen rolt het kind de bal naar 1 van de weggelopen kinderen die met hun benen open klaarstaan.
- Na het vangen en het zetten van drie stappen gooit het kind de bal naar 1 van de weggelopen kinderen die met hun armen open klaarstaan en we proberen de bal in hun mand te gooien.
- Spelers die andere raken, door de benen rollen, in de armen gooien krijgen 1 punt. Speler die eerst X aantal punten haalt wint.